Art. 45. Un § 3bis, rédigé comme suit, est inséré à l'article 1 du même décret : « A titre transitoire, lors de la première désignation des membres du jury, par dérogation au § 3, alinéa 1, chaque section peut comprendre un ou plusieurs membre (s) effectif(s) ou suppléant(s) porteur(s) d'un grade de licencié en philologie germanique ou de licencié en langues et littératures germaniques, à défaut de pouvoir désigner un ou des membres(s) porteur(s) des titres visés au § 3, alinéa 1».
Art. 45. In artikel 1 van hetzelfde decreet wordt een § 3bis ingevoegd, luidend als volgt : « Bij wijze van overgangsmaatregel, bij de eerste aanwijzing van de examencommissieleden, in afwijking van, § 3, eerste lid, kan iedere afdeling één of meer werkend(e) of plaatsvervangend(e) lid(leden) tellen die houder is (zijn) van een graad licentiaat in de Germaanse filologie of licentiaat in de Germaanse talen of letterkunde, als er geen lid kon worden aangewezen die houder is van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij, § 3, eerste lid. ».