Le pouvoir adjudicateur ne peut donc pas excéder ce qui est prévu, à une nuance près : en effet, pour les marchés publics de services, l'article 71 ajoute en disposition préliminaire que « la capacité du prestataire de services peut être évaluée en vertu notamment de son savoir-faire, de son efficacité, de son expérience et de sa fiabilité », ce qui permet dans ces limites, d'aller au-delà de l'énumération que donne ensuite l'alinéa 2 de cet article.
De aanbestedende overheid mag dus niet verder gaan dan wat bepaald is, op een nuance na : voor de overheidsopdrachten voor aanneming van diensten voegt artikel 71 daar in een inleidende bepaling immers aan toe dat « de bekwaamheid van de dienstverlener kan worden beoordeeld aan de hand van met name zijn vakkundigheid, doeltreffendheid, ervaring en betrouwbaarheid »; binnen die grenzen is het dus toegestaan buiten de daarna in het tweede lid van dat artikel gegeven opsomming te gaan.