«pouvoir public», tout pouvoir adjudicateur, tel que défini à l’article 2, paragraphe 1, point a), de la directive 2004/17/CE et à l’article 1er, paragraphe 9, de la directive 2004/18/CE, indépendamment de l’objet ou de la valeur du contrat.
2. „overheidsinstantie”: elke aanbestedende dienst, zoals omschreven in artikel 2, lid 1, onder a), van Richtlijn 2004/17/EG en in artikel 1, lid 9, van Richtlijn 2004/18/EG, ongeacht het voorwerp of de waarde van de opdracht.