la mise en place de règles de droit international privé visant à coordonner efficacement les systèmes juridiques en matière d'administration, de liquidation et de transmission des héritages, ainsi qu'en matière de détermination des héritiers, et disposant que ces aspects de la succession, sauf exceptions dues à la nature ou à la localisation d
e biens déterminés, soient réglementés par la loi applicable à la succession; que si cette dernière loi prévoit l'intervention d'une autorité indiquée par la loi elle-même, ou nommée conformém
ent à celle-ci, les pouvoirs de cette ...[+++]autorité soient reconnus dans tous les États membres; que si la loi applicable à la succession est la loi d'un État membre, les pouvoirs de ces autorités s'étendent, sauf indications contraires du testateur, à tous les biens compris dans une succession, où qu'ils soient situés, même si, selon la loi applicable à la succession, ces pouvoirs sont limités aux biens mobiliers; que les mesures relatives à l'activité de ces autorités, qui sont prescrites par la loi applicable à la succession, peuvent être demandées auprès des tribunaux de l'État membre dont la loi est applicable à la succession ou sur le territoire duquel le défunt avait sa résidence habituelle au moment du décès ou sur le territoire duquel se trouvent les biens composant la succession; de invoering van regels van internationaal privaatrecht die de rechtsstelsels wat beheer, vereffening en overdracht van de erfenissen en de identificatie van de erfgenamen betreft op doeltreffende wijze moeten coördineren, waarbij wordt bepaald dat deze aspecten van de erfopvolging, ongeacht uitzonderingen op grond van de aard of de plaats van bepaalde goederen, worden geregeld door de op erfopvolging van toepassing zijnde wet; dat wanneer deze wet voorziet in het optreden van een daarin vastgestelde of een dienovereenkomstig aangewezen instantie, de bevoegdheden van deze instantie in alle lidstaten wordt erkend; dat wanneer de op erfopvolging van toepassing zijnde wet die van een lidstaat is, de bevoegdheden van deze instantie zich uitst
...[+++]rekken, tenzij door de erflater anders bepaald, over alle goederen uit de nalatenschap, ongeacht de plaats waar zij zich bevinden, ook wanneer deze bevoegdheden overeenkomstig de op erfopvolging van toepassing zijnde wet beperkt zijn tot de roerende goederen; dat de maatregelen inzake het optreden van de instanties die worden genoemd in de op erfopvolging van toepassing zijnde wet kunnen worden gevraagd aan de rechters van de lidstaat waarvan het recht van toepassing is op de erfopvolging of op het grondgebied waarop de overledene zijn gewone verblijfplaats had op het moment van overlijden, dan wel op het grondgebied waarvan de goederen uit de nalatenschap zich bevinden;