On notera enfin que l'obligation de distribution décrite au présent article n'est d'application qu'à compter du premier exercice clôturé après l'expiration de la période suivant son inscription pendant laquelle la pricaf n'est pas soumise à la répartition 70 / 30 de son portefeuille établie à l'article 17, § 1 et au seuil minimal d'investissement dans des sociétés non cotées visé à l'article 18, § 3.
Tot slot moet worden genoteerd dat de in dit artikel toegelichte uitkeringsverplichting slechts geldt vanaf het eerste afgesloten boekjaar na het verstrijken van de periode die volgt op de inschrijving van de privak, omdat zij tijdens die periode niet is onderworpen aan de in artikel 17, § 1, geponeerde 70 %-30 % spreidingsregel met betrekking tot haar portefeuille en aan de in artikel 18, § 3, bedoelde minimale drempel voor beleggingen in niet-genoteerde vennootschappen.