Dans le cas de requêtes en réparation pour des infractions urbanistiques par-devant le tribunal civil, le délai de prescription prend cours le jour qui suit celui où le premier acte ou la première omission délictueux, faisant ou non partie de faits liés par unité d'intention, a été commis.
Bij herstelvorderingen voor stedenbouwkundige inbreuken voor de burgerlijke rechtbank neemt de verjaringstermijn een aanvang de dag die volgt op de dag waarop de eerste strafbare handeling of omissie, al dan niet deel uitmakend van feiten die door eenheid van opzet zijn verbonden, is gesteld.