Le ministre répond que les irrégularités, omissions ou causes de nullités examinées par la chambre des mises en accusation, ne peuvent plus en principe être soumises au juge du fond, mais qu'il y a des exceptions, en l'occurrence pour les moyens qui se rapportent à l'administration de la preuve, qui intéressent l'ordre public ou qui sont apparus postérieurement aux débats de la chambre des mises en accusation.
De minister antwoordt dat de onregelmatigheden, verzuimen of nietigheden die door de K.I. zijn onderzocht in principe niet meer kunnen worden opgeworpen voor de feitenrechter, maar dat er uitzonderingen bestaan, namelijk voor de middelen die verband houden met de bewijsvoering, die de openbare orde aanbelangen of die ontstaan zijn na de debatten van de kamer van inbeschuldigingstelling.