Aucune oppositi
on audit mariage ne Nous ayant été signifiée, faisant droit à la réquisition des Parties comparantes précitées, après Leur avoir donné lecture des pièces relatives à Leur état, comme aussi du chapitre VI du Titre V du Livre I du Code Civil, Nous avons demandé à So
n Altesse Royale le Prince Philippe de Belgique et à Demoiselle Mathilde, plus amplement qualifiés ci-dessus, s'Ils voulaient se prendre pour mari et pour femme; chacun d'Eux ayant répondu séparément et affirmativement, avons prononcé au n
...[+++]om de la Loi, qu'Ils sont unis par le mariage.
Daar Ons geen verzet tegen dit huwelijk werd betekend en gevolg gevend aan het verzoek van voornoemde verschijnende Partijen en na Hen de documenten betreffende Hun staat, evenals hoofdstuk VI van Titel V van Boek I van het Burgerlijk Wetboek te hebben voorgelezen, hebben Wij gevraagd aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Filip van België en Hoogwelgeboren Vrouw Jonkvrouw Mathilde, hiervoor nader bepaald, of Zij elkaar wilden nemen tot man en vrouw; daar ieder van Hen afzonderlijk en bevestigend geantwoord heeft, verklaren Wij, in naam van de Wet, dat Zij door het huwelijk verenigd zijn.