La contradiction relevée par certains commentateurs (44) entre ces deux arrêts de la Cour de cassation tient au fait que le premier semble voir dans la confiscation spéciale prévue par l'article 505, alinéa 3 actuel, du Code pénal, une sanction soumise au principe de la personnalité des peines, alors que le second paraît y voir, comme l'avait fait la cour d'appel de Bruxelles, une mesure à caractère réel.
De tegenstrijdigheid die sommige commentatoren (44) in die twee arresten van het Hof van Cassatie hebben gevonden, heeft te maken met het feit dat het eerste arrest de bijzondere verbeurdverklaring bepaald bij het huidige artikel 505, derde lid, van het Strafwetboek lijkt te beschouwen als een sanctie die onderworpen is aan het beginsel van het persoonlijk karakter van de straffen, terwijl het tweede arrest die bijzondere verbeurdverklaring lijkt te beschouwen als een reële maatregel, zoals het hof van beroep te Brussel had gedaan.