4. demande au groupe de protection des personnes à l'égard du traitement des données à caractère personnel visé à l'article 29 de la directive 95/46/CE d'informer le Parlement des codes de conduite sur la protection des données adoptés par les associations professionnelles et autres organisations responsables du traitement, conformément à l'article 27, paragraphe 3, de la directive 95/46/CE, en particulier des codes qui lui ont été soumis pour vérification de leur conformité avec les dispositions prises par les États membres; pr
opose que le groupe précité tienne également compte, pour établir de véritables codes de conduite communautair
...[+++]es, du champ d'application du règlement (CE) n 45/2001 et des observations émises par le Parlement, lors de l'examen de la compatibilité des codes de conduite qui lui ont été soumis avec le droit communautaire; fait observer que l'autorité de contrôle de la protection des données, qui travaillera pour l'institution de l'UE, sera liée par les principes du traité concernant la transparence accrue dans le processus décisionnel; 4. verzoekt de in artikel 29 van Richtlijn 95/46/EG genoemde Groep voor de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens het Parlement te informeren over gedragscodes ter zake van de gegevensbescherming die zijn aangenomen door handelsorganisaties en andere voor de verwerking verantwoordelijke organen, onder verwijzing naar artikel 27, lid 3 van Richtlijn 95/46/EG, in het bijzonder over codes die aan de Groep zijn voorgelegd ter beoordeling van de verenigbaarheid met door lidstaten aangenomen bepalingen; stelt de Groep daarom voor om, teneinde tot daadwerkelijk communautaire gedragscodes te kunnen komen, bij het onderzoeken van de verenigbaarheid van de Gemeenschapswetgeving met de haar voorgelegde gedragscodes
...[+++] ook rekening te houden met het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 45/2001 en de overwegingen van het Parlement; wijst erop dat het onafhankelijke controleorgaan, dat voor de EU-instellingen zal worden ingesteld, de in het Verdrag vastgelegde beginselen van grotere openheid bij het nemen van besluiten moet eerbiedigen;