Si ces deux principes sont acceptés, le corollaire est simple: toute décision judiciaire adoptée par l'autorité compétente d'un État doit être acceptée en tant que telle dans un autre État, même si une autorité comparable n'existe pas dans cet État, ou ne peut pas prendre une telle décision, ou aurait pris une décision totalement différente dans un cas comparable.
Worden deze twee beginselen eenmaal aanvaard, dan vloeit daaruit voort dat elk gerechtelijk besluit dat is genomen door een bevoegde instantie van een lidstaat als zodanig moet worden aanvaard in een andere lidstaat, ook als daar geen vergelijkbare instantie bestaat of een beslissing ter zake daar niet, dan wel met een volledig verschillend resultaat genomen zou kunnen worden.