Selon l'exposé des motifs, le législateur décrétal a choisi le dispositif de l'examen d'entrée plutôt que le concours, qui « reste un mécanisme de sélection que privilégie la Fédération Wallonie-Bruxelles en ce qu'il permet aux étudiants de s'intégrer dans le cursus et de valoriser leurs acquis vers d'autres filières d'études le cas échéant » (ibid., p. 5) :
Volgens de memorie van toelichting heeft de decreetgever voor de regeling van het toelatingsexamen gekozen veeleer dan voor het vergelijkend examen dat « een selectiemechanisme blijft waaraan de Federatie Wallonië-Brussel voorkeur geeft in zoverre het de studenten toelaat zich in de cursus te integreren en hun kennis in voorkomend geval te valoriseren voor andere studierichtingen » (ibid., p. 5) :