Aux fins des projections du coût de l’énergie, les États membres peuvent utiliser les prévisions d’évolution des prix figurant à l’annexe II du présent règlement pour le pétrole, le gaz, le charbon et l’électricité, en prenant comme point de départ les prix moyens absolus (exprimés en euros) de ces sources d’énergie pour l’année de calcul.
Bij het inschatten van de ontwikkeling van energiekosten kunnen de lidstaten gebruikmaken van de prognoses inzake de energieprijsontwikkelingen van bijlage II bij deze verordening voor olie, gas, steenkool en elektriciteit, te beginnen met de gemiddelde absolute energieprijzen (uitgedrukt in EUR) voor deze energiebronnen in het jaar van de berekening.