22. constate que, dans de nombreux cas, il existera une asymétrie de moyens entre le requérant et le défendeur dans le cadre des actions en dommages et intérêts pour infraction à la concurrence, et qu
e les requérants ne devraient pas être alors dissuadés d'engager des actions fondées en dommages et intérêts par crainte de devoir payer des frais judiciaires excessifs, y compris les frais du défendeur si l'action ne prospère pas; propose, dès lors, que les juridictions aient la possibilité de prendre en compte la disparité des situations économiques des parties et, le cas échéant, de procéder à une évalua
tion au début de la ...[+++]procédure; estime que le montant des coûts devrait se fonder sur des critères raisonnables et objectifs tenant compte de la nature de la procédure, et comprendre les frais provoqués par l'action judiciaire; 22. wijst erop dat er in vele gevallen sprake zal zijn van grote verschillen tussen de middelen van eiser en verweerder bij schadevorderingen wegens mededingingsverstorende gedragingen en dat de eiser in dergelijke gevallen niet moet worden weerhouden van het instellen van een gefundeerde schadevordering door de vrees buitensporig hoge gerechtskosten te moeten betalen, met inbegrip van de kosten van de verweerder indien de vordering niet wordt gehonoreerd; stelt derhalve voor dat de rechter de mogelijkheid moet hebben om rekening te houden met de verschillende financiële situaties van de partijen en die zonodig a
an het begin van de procedure moet kunnen beoorde ...[+++]len; is van oordeel dat de hoogte van de kosten gebaseerd moet zijn op redelijke en objectieve criteria in verhouding tot de aard van het proces en de kosten van de gerechtelijke handeling moet beslaan;