4
7. souligne que les organisations terroristes et groupes criminels organisés utilisent de plus en plus le cyberespace pour contribuer à la criminalité sous toutes ses formes et que la cybercriminalité et la criminalité facilitée par l'usage de l'internet constituent une grave menace pour les citoyens et l'économie de l'Union; observe que la cybercriminalité nécessite une nouvelle approche en matière de répression et de coopération judiciaire à l'ère numérique; fait valoir que les nouvelles évolutions technologiques ne font qu'accroître l'ampleur et la vitesse de propagation des conséquences de la cybercriminalité et, par conséquent, demande à la Commissio
...[+++]n de réaliser une analyse approfondie des compétences des autorités répressives et judiciaires ainsi que de leurs capacités techniques et juridiques en ligne et hors ligne de manière à leur permettre de lutter efficacement contre la cybercriminalité, tout en soulignant que toutes les mesures d'exécution se doivent de respecter strictement les droits fondamentaux, s'avérer nécessaires et proportionnées, et se conformer à la législation de l'Union et des États membres; demande en particulier à la Commission de veiller à l'intégrité du droit d'utiliser le chiffrement dans l'ensemble de l'Union européenne, et de faire en sorte qu'aucune mesure portant atteinte au droit des personnes d'utiliser le chiffrement ne soit mise en œuvre, par les États membres, étant entendu que l'interception de communications dans le cadre d'une enquête policière ou d'une procédure judiciaire est toujours possible avec l'autorisation judiciaire appropriée; invite la Commission à doter l'unité de signalement des contenus sur Internet d'Europol des ressources supplémentaires nécessaires à son fonctionnement plutôt que de procéder à des redéploiements internes de postes, y compris en ce qui concerne le personnel du Centre européen de lutte contre la cybercriminalité (EC3), lequel ne doit pas souffrir d'une manque de personnel; 47. benadrukt dat terroristische organisaties en georganiseerde criminele groepen steeds vaker gebruik maken van de cyberspace om alle vormen van criminaliteit te bevorderen, en dat cybercriminaliteit en door internet gefaciliteerde criminaliteit een ernstige bedreiging vormen voor de burg
ers van de EU en de economie van de EU; merkt op dat cybercriminaliteit een nieuwe aanpak vergt op het gebied van de rechtshandhaving en justitiële samenwerking in het digitale tijdperk; wijst erop dat nieuwe technologische ontwikkelingen de impact van cybercriminaliteit in
omvang en snelheid doen ...[+++] toenemen, en verzoekt de Commissie daarom een grondige analyse uit te voeren van de bevoegdheden van wetshandhavings- en gerechtelijke instanties en van hun juridische en technische m
ogelijkheden, zowel online als offline, opdat zij de cybercriminaliteit daadwerkelijk kunnen bestrijden, maar benadrukt hierbij dat alle handhavingsmaatregelen de
grondrechten strikt moeten eerbiedigen, noodzakelijk en evenredig moeten zijn en in overeenstemming moeten zijn met de Europese en nationale wetgeving; dringt er met name bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat het recht op gebruik van versleuteling in de gehele Europese Unie intact blijft en dat het onderscheppen van communicatie in het kader van een politie-onderzo
ek of gerechtelijke procedure altijd mogelijk blijft met de passende justitiële toestemming, maar dat de lidstaten geen maatregelen toepassen om het recht van personen om gebruik te maken van versleuteling te beperken; verzoekt de Commissie de eenheid voor melding van internetuitingen bij Europol de extra middelen te geven die nodig zijn voor haar werking in plaats van over te gaan tot een interne herverdeling van posten, onder meer met personeel van het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit (EC3), dat over vol
doende personeel moet kunnen blijven beschikken;