122. se félicite que l'aide aux victimes de la criminalité, notamment les femmes victimes de violences et de harcèlement sexuel, constitue une question prioritaire de la présidence suédoise; demande instamment au Conseil
d'intégrer dans le programme de Stockholm une stratégie européenne complète visant à éradiquer les violences faites aux femmes, qui comporte des mesures de prévention (notamment de sensibilisation aux violences faites aux femmes par les hommes), des politiques pour la protection des victimes comprenant une section spécifique relative aux droits des victimes de la criminalité, et un renforcement de l'aide aux victimes de
...[+++] la criminalité, en particulier les jeunes filles, qui sont de plus en plus victimes de crimes graves, ainsi que des mesures concrètes en vue d'en poursuivre les auteurs; demande à la présidence espagnole d'appliquer intégralement, au cours de son mandat, le plan d'action défini dans le programme de Stockholm et d'informer mensuellement le Parlement européen des progrès accomplis; 122. is verheugd over het feit dat steun voor misdaadslachtoffers, met inbegrip van vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld en seksuele intimidatie, een prioritaire kwestie voor het Zweedse voorzitterschap is; dringt er bij de
Raad op aan in het programma van Stockholm een alomvattende Europese strategie ter uitroeiing van geweld tegen vrouwen op te nemen, welke preventieve maatregelen omvat (zoals verhoging van het bewustzijn over het probleem van door mannen tegen vrouwen gepleegd geweld), alsook een specifieke sectie over de rechten van misdaadslachtoffers, en beleid inzake de bescherming van slachtoffers, met inbegrip van steun
...[+++]voor misdaadslachtoffers, met name jonge meisjes, die steeds vaker het slachtoffer van ernstige misdaden zijn, alsook concrete maatregelen tot vervolging van de daders; dringt er bij het Spaanse voorzitterschap op aan om tijdens zijn mandaat integrale uitvoering te geven aan het actieplan dat is goedgekeurd in het kader van het programma van Stockholm, en maandelijks aan het Parlement verslag uit te brengen over de geboekte vooruitgang;