270. se félicite de ce qu'en 2013, le taux d'exécution budgétaire ait été de 100 % pour les programmes de la période 2007-2013, en particulier en ce qui concerne les programmes pour l'éducation et la formation tout
au long de la vie (programme EFTLV), ainsi que pour les programmes Culture, MEDIA et "Jeunesse en action"; demande que le budget soit renforcé et accru dans le cadre des programmes pour l'éducation et la culture 2014-2020; relève, avec une inquiétude particulière, qu'à la fin de l'année, l'inadéquation entre les crédits d'engagement et les crédits de paiement adoptés a entraîné une pénurie de paiements (qui ont atteint, pour
...[+++] ne citer que le programme Erasmus+, une dette de 202 millions d'EUR) et des répercussions négatives sur l'exercice suivant; est très préoccupé et déplore qu'une situation similaire puisse se produire dans le contexte des nouveaux programmes, en particulier Erasmus+ et Creative Europe, ce qui entraînerait une dangereuse perte de crédibilité pour l'Union européenne, saperait la confiance des citoyens dans les institutions de l'Union et aurait des conséquences désastreuses sur les participants aux programmes; 270. is ingenomen met het feit dat het uitvoeringspercentage van
het budget voor de programma's voor de periode 2007-2013, met name het programma Een leven lang leren en de programma's Cultuur, Media en Jeugd in actie, in 2013 100% bedroeg; verzoekt om de middelen voor de onderwijs en cultuurprogramma's voor 2014-2020 te verhogen; is met name bezorgd over het feit dat de discrepantie tussen de goedgekeurde vastleggingskredieten en de betalingskredieten aan het einde van het jaar resulteerde in een tekort aan betalingen (waardoor er bijvoorbeeld in het Erasmus +-programma een tekort van 202 miljoen EUR ontstond), hetgeen ernstige negati
...[+++]eve gevolgen had voor het volgende jaar; acht het zeer zorgelijk en betreurenswaardig dat een vergelijkbare situatie zich wellicht zal voordoen bij de nieuwe programma's, met name Erasmus + en Creatief Europa, hetgeen voor de Unie een gevaarlijk verlies aan geloofwaardigheid zou meebrengen, het vertrouwen van de burgers in de EU-instellingen zou ondermijnen en desastreuze gevolgen voor de deelnemers aan de programma's zou hebben;