Reconnaissant que la fermeture prématurée et le déclassement consécutif de la centrale nucléaire d'Ignalina, qui comprend deux réacteurs de type RBMK d'une puissance de 1 500 MW chacun, hérités de l'ancienne Union soviétique, sont sans précédent et représentent pour la Lituanie une charge financière exceptionnelle sans proportion avec la taille et la capacité économique de ce pays, le protocole no 4 indique que l'assistance apportée par l'Union dans le cadre du programme Ignalina sera poursuivie sans interruption et prorogée au-delà 2006 pour la période des perspectives financières suivantes.
In Protocol nr. 4 is bepaald dat de Unie, zich er rekenschap van gevend dat het vervroegd sluiten en vervolgens ontmantelen van de kerncentrale van Ignalina - die is uitgerust met twee van de voormalige Sovjet-Unie geërfde reactoren van het RBMK-type met een vermogen van 1 500 MW - een ongekend grootscheepse onderneming is die voor Litouwen uitzonderlijke financiële lasten met zich meebrengt die niet in verhouding staan tot de omvang en de economische draagkracht van het land, voor de periode van de volgende financiële vooruitzichten, haar via het Ignalina-programma verleende steun ononderbroken voortzet en verlengt tot na 2006.