3 bis. S'ils en font la demande à la Commission sur la base de l'article 95, paragraphes 4 et 5, du traité, les États membres qui, dans leurs plans ou programmes, peuvent démontrer que l'harmonisation existante fondée sur l'article 95 ne permet pas d'assurer une amélioration suffisante de la qualité de l'air sont habilités, par la Commission, à prendre des mesures plus poussées.
3 bis. Lidstaten die in hun plannen of programma's kunnen aantonen dat de bestaande harmonisatie op grond van artikel 95 niet toereikend is voor een voldoende verbetering van de luchtkwaliteit, worden door de Commissie in staat gesteld om verdergaande maatregelen te treffen indien deze lidstaten op grond van artikel 95, lid 4 en lid 5 van het Verdrag een dergelijk beroep op de Commissie doen.