« Art. 139. La personne visée à l'article 14, § 1, ses parents ou les personnes qui exercent l'autorité parentale à son égard, le procureur du Roi et la partie civile peuvent interjeter appel contre les ordonnances du juge de la jeunesse de l'application, prononcées en application des articles 101, 102, 103, 104, 105, 106 et 112.
« Art. 139. De persoon bedoeld in artikel 14, § 1, zijn ouders of de personen die het ouderlijk gezag ten aanzien van hem uitoefenen, de procureur des Konings en de burgerlijke partij kunnen hoger beroep instellen tegen de beschikkingen van de uitvoeringsjeugdrechter, genomen in toepassing van de artikelen 101, 102, 103, 104, 105, 106 en 112.