Les articles 1217 et 1218 du Code judiciaire proposés entendent remédier à ce genre de situation, en prévoyant deux hypothèses de mise en état de la procédure, en sa phase notariale: la mise en état conventionnelle (qui permet aux parties et au notaire-liquidateur de se mettre d'accord sur des délais de mise en état de la procédure) et la mise en état légale (qui impose aux parties et au notaire-liquidateur un calendrier de mise en état, à défaut de mise en état conventionnelle).
De voorgestelde artikelen 1217 en 1218 van het Gerechtelijk Wetboek willen dergelijke situaties verhelpen, door in twee mogelijkheden van instaatstelling van de procedure tijdens de notariële fase te voorzien : de conventionele instaatstelling (die de partijen en de notaris-vereffenaar toestaat om een akkoord te bereiken over de termijnen van instaatstelling van de procedure) en de wettelijke instaatstelling (die de partijen en de notaris-vereffenaar een kalender voor de instaatstelling oplegt, bij gebrek aan conventionele instaatstelling).