Si le procureur du Roi décide de proposer une médiation, conformément à l'article 45quater § 1, alinéa 1 de la loi du 8 avril 1965 inséré par l'art. 13 de la loi du 13 juin 2006, il informe par écrit la personne soupçonnée d'avoir commis un fait qualifié infraction, les personnes qui exercent l'autorité parentale à son égard, les personnes qui en ont la garde en droit ou en fait et la victime, qu'elles peuvent effectivement participer à une médiation.
Beslist de procureur des Konings om een bemiddeling voor te stellen, dan informeert hij ingevolge het nieuwe artikel 45quater § 1, lid 1 van de wet van 8 april 1965, zoals ingevoegd door art. 13 van de wet van 13 juni 2006, de persoon die ervan wordt verdacht een als misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd, de personen die het ouderlijk gezag over hem uitoefenen, de personen die hem in rechte of in feite onder hun bewaring hebben en het slachtoffer schriftelijk over het feit dat zij daadwerkelijk kunnen deelnemen aan een bemiddeling.