Art. 6. Les documents de voyage pour apatrides, réfugiés et pour les étrangers qui ne sont pas reconnus comme apatrides ou réfugiés et qui ne peuvent obtenir de document de voyage auprès de leur propre autorité nationale ou d'une instance internationale, seront sollicités et délivrés par les services fédéraux adjoints aux gouverneurs de province aux intéressés, inscrits dans le registre de population d'une commune relevant de cette province.
Art. 6. Reisdocumenten voor staatlozen, vluchtelingen of vreemdelingen die niet erkend zijn als staatloze of vluchteling en die geen reisdocument kunnen verkrijgen bij hun eigen nationale overheid of een internationale instantie, worden aangevraagd bij en uitgereikt door de federale diensten toegevoegd aan de provinciegouverneur aan de betrokkenen, ingeschreven in het bevolkingsregister van een gemeente uit de provincie.