« De Staat is bijgevolg slechts ontslagen van de [verplichting tot verzekering op voorwaarde dat de aansprakelijkheid van] ieder bestuurder van zijn voertuigen gedekt is overeenkomstig artikel 3. Hij moet dus, hetzij zich verzekeren, hetzij
zijn eigen waarborg verlenen om alle schade te dekken die op welke wijze en in welke omstandigheden ook wordt veroorzaakt door al zijn aangestelden, door al zijn organen, door alle bestuurders van zijn voertuigen. De beperking van artikel 3 betreffende dezen die zich door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijtuig hebben verschaft, is natuurlijk ook hier van toepassing » (Parl. St., Kame
...[+++]r, 1954-1955, nr. 351/4, p. 10).