Art. 14. Par dérogation à l'article 2279, deuxième alinéa du Code civil, les épaves et débris d'épaves remis conformément à l'article 11, §§ 2 et 3 et conservés par le receveur des épaves et qui n'ont pas été réclamés par leur propriétaire ou ses ayants-cause à l'échéance du délai fixé à l'article 11, § 3, sont la propriété de l'Etat.
Art. 14. In afwijking van artikel 2279, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek worden de wrakken en de wrakstukken die overeenkomstig artikel 11, § 2 en § 3 afgegeven en bewaard zijn door de ontvanger der wrakken en die na het verstrijken van de in artikel 11, § 3 gestelde termijn niet door hun eigenaar of diens rechtverkrijgenden zijn opgeëist, eigendom van de Staat.