Art. 4. Par dérogation aux conditions d'âge et de carrière prévues à l'article 3, § 2bis, alinéa 1 et 2, § 3, alinéas 1 et 2 et à l'article 16bis, §§ 1 et 2, du même arrêté royal, la pension de retraite anticipée de l'intéressé qui est né avant le 1erjanvier 1956 et qui prouve une carrière d'au moins 32 années civiles au sens de l'article 3, § 3, alinéa 1, du même arrêté royal, au plus tard le 31 décembre 2012, peut prendre cours à partir du 1 janvier 2013, au choix et à sa demande, au plus tôt le 1 jour du mois qui suit son 62 anniversaire.
Art. 4. In afwijking van de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald in artikel 3, § 2bis, eerste en tweede lid, § 3, eerste en tweede lid, en in artikel 16bis, §§ 1 en 2, van hetzelfde koninklijk besluit kan vanaf 1 januari 2013 het vervroegde rustpensioen van de belanghebbende, die geboren is vóór 1 januari 1956 en die uiterlijk op 31 december 2012 een loopbaan bewijst van ten minste 32 kalenderjaren in de zin van artikel 3, § 3, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, naar keuze en op zijn verzoek, op zijn vroegst ingaan op de eerste dag van de maand volgend op zijn 62e verjaardag.