(10) Les États membres devraient faire en sorte que l’aide juridictionnelle provisoire soit fournie dans la mesure nécessaire et ne soit pas limitée de telle sorte que les suspects ou les personnes poursuivies se voient empêchés d’exercer effectivement le droit d’accès à un avocat tel qu'il est prévu en particulier à l’article 3, paragraphe 3, de la directive 2013/48/UE.
(10) De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat voorlopige bijstand wordt verleend voor zover deze noodzakelijk is en dat deze niet wordt beperkt op een wijze die verdachten of beklaagden belet het recht op toegang tot een advocaat, waarin met name artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2013/48/EU voorziet, daadwerkelijk uit te oefenen.