21. souligne que les libertés fondamentales que sont la liberté d'expression et la liberté de la presse, mais aussi le droit d'établir des liens et de communiquer, en ligne ou hors ligne, constituent des conditions préalables importantes pour garantir l'expression, les échanges et le dialogue culturels; invite dès lors instamment la Commission et les États membres à respecter et à promouvoir ces libertés, au sein de l'Union et en dehors;
21. onderstreept dat de fundamentele vrijheden, met name de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid en het recht om contacten te leggen en te communiceren (online en offline) essentiële voorwaarden zijn voor culturele uitingen, uitwisselingen en dialoog; dringt er daarom op aan dat de Commissie en de lidstaten deze vrijheden, waaronder het vrije internet, zowel binnen de EU als daarbuiten naleven en bevorderen;