Il résulte de ce qui précède que, compte tenu des précisions indiquées en B.8.2 et B.8.3, les articles 3, 26, 32 et 147 de la loi attaquée, en ce qu'ils ne requièrent pas le consentement préalable des magistrats aux mesures de mobilité que lesdites dispositions autorisent, ne violent pas les articles 10 et 11, combinés ou non avec l'article 152, de la Constitution.
Uit het voorgaande volgt dat, rekening houdend met de preciseringen vermeld in B.8.2 en B.8.3, de artikelen 3, 26, 32 en 147 van de bestreden wet, in zoverre zij de voorafgaande toestemming van de magistraten met de mobiliteitsmaatregelen die de genoemde bepalingen toestaan, niet vereisen, de artikelen 10 en 11, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 152, van de Grondwet, niet schenden.