Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Chef de juridiction
Cheffe de juridiction
Demande de décision préjudicielle
Décision préjudicielle
Décision à titre préjudiciel
Juridiction
Juridiction judiciaire
Procédure préjudicielle
Préjudiciel
Président de juridiction
Question posée à titre préjudiciel
Question préjudicielle
Recours préjudiciel
Renvoi en interprétation
Renvoi préjudiciel
Renvoi préjudiciel d'une juridiction nationale
Système juridictionnel
Tribunal d'instance
Tribunal de grande instance
Tribunal judiciaire
à titre préjudiciel

Traduction de «préjudiciel des juridictions » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
renvoi préjudiciel d'une juridiction nationale

prejudiciële verwijzing door een nationale rechterlijke instantie


procédure préjudicielle [ demande de décision préjudicielle (UE) | recours préjudiciel | renvoi en interprétation | renvoi préjudiciel ]

prejudicieel verzoek (EU) [ prejudicieel beroep EG | prejudiciële procedure | verzoek om een prejudiciële beslissing (EU) ]


juridiction judiciaire [ tribunal d'instance | tribunal de grande instance | tribunal judiciaire ]

judiciële rechtspraak [ arrondissementsrechtbank | gerechtshof | kantongerecht | pachtkamer | raad van beroep | rechtbank van eerste aanleg | vredegerecht ]




décision à titre préjudiciel | décision préjudicielle

prejudiciële beslissing


question posée à titre préjudiciel | question préjudicielle

prejudiciële vraag


président de juridiction | chef de juridiction | cheffe de juridiction

operationeel directeur van een rechtbank | rechtbankmanager | directeur bedrijfsvoering hof van justitie | directeur bedrijfsvoering van een rechtbank






TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Par la première question préjudicielle, la juridiction a quo souhaite savoir si l'article 216bis du Code d'instruction criminelle est compatible avec les principes de la séparation des pouvoirs et de l'indépendance du juge, avec le droit à un procès équitable et à une bonne administration de la justice, avec le principe de la confiance légitime, avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec les articles 10 et 11 de la Constitution.

Met de eerste prejudiciële vraag wenst het verwijzende rechtscollege te vernemen of artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar is met de beginselen van de scheiding der machten en van de onafhankelijkheid van de rechter, met het recht op een eerlijk proces en op een behoorlijke rechtsbedeling, met het vertrouwensbeginsel, met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.


En outre, M. Vandenberghe affirme que, lorsque la Cour constitutionnelle a rejeté un moyen dans une affaire et que dans une autre affaire, une partie invoque le même moyen, sous une forme légèrement modifiée, en vue de susciter une question préjudicielle, la juridiction saisie ne doit pas, dans ces limites, déférer l'affaire à la Cour en vertu de la théorie de l'acte clair.

Voorts stelt de heer Vandenberghe dat, wanneer het Grondwettelijk Hof een bepaald middel heeft verworpen en een partij in een andere zaak hetzelfde middel, in een licht gewijzigde vorm, opwerpt om een prejudiciële vraag uit te lokken, het rechtscollege binnen die grenzen de zaak volgens de theorie van de acte clair niet naar het Hof moet verwijzen.


En outre, M. Vandenberghe affirme que, lorsque la Cour constitutionnelle a rejeté un moyen dans une affaire et que dans une autre affaire, une partie invoque le même moyen, sous une forme légèrement modifiée, en vue de susciter une question préjudicielle, la juridiction saisie ne doit pas, dans ces limites, déférer l'affaire à la Cour en vertu de la théorie de l'acte clair.

Voorts stelt de heer Vandenberghe dat, wanneer het Grondwettelijk Hof een bepaald middel heeft verworpen en een partij in een andere zaak hetzelfde middel, in een licht gewijzigde vorm, opwerpt om een prejudiciële vraag uit te lokken, het rechtscollege binnen die grenzen de zaak volgens de theorie van de acte clair niet naar het Hof moet verwijzen.


L’avocat-général précise également au point 47 de ses conclusions qu’en posant les quatrième et cinquième questions préjudicielles, la juridiction de renvoi voudrait savoir si un dentiste qui rend audible une émission de radio dans sa salle d’attente doit, pour cela, verser une rémunération équitable.

De advocaat-generaal verduidelijkt eveneens in punt 47 van haar conclusie dat met de vierde en vijfde prejudiciële vraag de verwijzende rechter wil weten of een tandarts die in zijn wachtkamer een radioprogramma hoorbaar maakt daarvoor een billijke vergoeding moet betalen.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président E. De Groot, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt du 12 mai 2015 en cause de S. V. D. et E.P. contre A.L., G.G. et D.V., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 5 juin 2015, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 235bis, § 6, du Code d'instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec le droit à un procès équitable consa ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 12 mei 2015 in zake S. V. D. en E.P. tegen A.L., G.G. en D.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 235bis, § 6, Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 Grondwet, in samenhang gelezen met het recht op een eerlijk proces u ...[+++]


En outre, dans la mesure où la Cour est invitée, comme cela ressort du mémoire justificatif des parties requérantes, à statuer « à titre préjudiciel » sur l'article 39, § 2, 2°, du CIR 1992, il y a lieu d'observer qu'en vertu de l'article 142, alinéa 3, de la Constitution, seules les juridictions peuvent saisir la Cour de questions préjudicielles.

Bovendien, in zoverre het Hof, volgens de memorie met verantwoording van de verzoekende partijen, wordt verzocht « prejudicieel » te oordelen over artikel 39, § 2, 2°, van het WIB 1992, dient te worden opgemerkt dat prejudiciële vragen krachtens artikel 142, derde lid, van de Grondwet enkel door rechtscolleges bij het Hof aanhangig kunnen worden gemaakt.


En ce que la première partie de la question préjudicielle invoque une discrimination de cette catégorie de personnes, en tant qu'elles n'auraient pas pu se défendre quant à la possibilité de consulter et d'utiliser dans la procédure pénale les pièces qui ont été annulées, la réponse à la question préjudicielle n'est manifestement pas utile à la solution du litige soumis à la juridiction a quo.

In zoverre het eerste onderdeel van de prejudiciële vraag een discriminatie aanvoert van die categorie van personen, doordat zij zich niet zouden hebben kunnen verdedigen inzake de mogelijkheid tot inzage en gebruik van de nietigverklaarde stukken in de strafprocedure, is het antwoord op de prejudiciële vraag klaarblijkelijk niet nuttig voor de oplossing van het geding voor het verwijzende rechtscollege.


Conformément à l'article 28 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, la juridiction qui a posé la question préjudicielle ainsi que toute autre juridiction appelée à statuer dans la même affaire sont tenues, pour la solution du litige à l'occasion duquel a été posée la question préjudicielle, de se conformer à l'arrêt rendu par la Cour constitutionnelle.

Op grond van artikel 28 van de Bijzondere Wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof moet het rechtscollege dat de prejudiciële vraag heeft gesteld, evenals elk ander rechtscollege dat in dezelfde zaak uitspraak doet, voor de oplossing van het geschil naar aanleiding waarvan de prejudiciële vraag werd gesteld, zich voegen naar het arrest van het Grondwettelijk Hof.


Si, comme le prétend l'exposé des motifs, l'obligation pour les juridictions judiciaires et administratives de poser une question préjudicielle en ce domaine à la Cour d'arbitrage ne portait pas atteinte au pouvoir de ces juridictions d'écarter l'application d'un acte législatif jugé incompatible avec un traité international directement applicable, parce que seule l'interprétation de la règle de droit international ou supranational reviendrait à la Cour d'arbitrage, le constituant en 1980 ou en 1988 ou le législateur spécial en 1989 n ...[+++]

Volgens de memorie van toelichting raakt de verplichting voor de gewone en de administratieve rechtscolleges om op dit vlak een prejudiciële vraag te stellen aan het Arbitragehof, niet aan hun bevoegdheid om een wetgevende akte die zij onverenigbaar achten met een internationaal verdrag met rechtstreekse werking, buiten toepassing te laten omdat het Arbitragehof alleen bevoegd is om de internationaal- of supranationaalrechtelijke norm te interpreteren. Als dat zo was, hadden de grondwetgever in 1980 en 1988 en de bijzondere wetgever in 1989 de verschillende voorstellen die ertoe strekten om het Arbitragehof de bevoegdheid te geven om uit ...[+++]


Il est incontestable que si, comme le prétend l'exposé des motifs, l'obligation pour les juridictions judiciaires et administratives de poser une question préjudicielle en ce domaine à la Cour d'arbitrage ne portait pas atteinte au pouvoir de ces juridictions d'écarter l'application d'un acte législatif jugé incompatible avec un traité international directement applicable parce que seule l'interprétation de la règle de droit international ou supranational reviendrait à la Cour d'arbitrage, ni le constituant de 1980 ni celui de 1988 ni ...[+++]

Het kan niet worden betwist dat indien, zoals in de memorie van toelichting wordt beweerd, de verplichting voor de gewone en de administratieve rechtscolleges om het Arbitragehof terzake een prejudiciële vraag te stellen, geen afbreuk zou doen aan de bevoegdheid van die rechtscolleges om een wetgevende akte die ze onverenigbaar achten met een rechtstreeks toepasselijke internationaal verdrag buiten toepassing te laten, aangezien het Arbitragehof enkel bevoegd zou zijn om de internationale of supranationale rechtsregel uit te leggen, noch de grondwetgever van 1980 noch die van ...[+++]


w