Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "préjudicielles auxquelles elle " (Frans → Nederlands) :

La partie requérante demande à la Cour d'annuler les mots « pour la partie de langue française » qui, en limitant le champ d'application du décret, l'ont empêchée jusqu'ici, en particulier au moment où la Cour était saisie des questions préjudicielles auxquelles elle a répondu dans son arrêt n° 141/2015, de solliciter utilement l'incitant financier prévu par le décret partiellement attaqué.

De verzoekende partij vraagt het Hof om de woorden « het Franstalige gedeelte van » te vernietigen die haar, door het toepassingsgebied van het decreet te beperken, tot dusver, in het bijzonder op het ogenblik dat de prejudiciële vragen bij het Hof aanhangig waren gemaakt die het in zijn arrest nr. 141/2015 heeft beantwoord, hebben verhinderd de in het gedeeltelijk bestreden decreet bepaalde financiële incentive op nuttige wijze aan te vragen.


En posant la première question préjudicielle, le juge a quo souhaite savoir si l'article 464/1, § 8, alinéa 5, du Code d'instruction criminelle, tel qu'il a été inséré par l'article 4 de la loi du 11 février 2014, est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec le principe de confiance, dans la mesure où l'absence d'un régime transitoire a pour conséquence que les personnes qui étaient encore impliquées dans une procédure en règlement collectif de dettes à la date du 18 avril 2014 ne peuvent plus obtenir une remise totale des amendes pénales auxqu ...[+++] elles ont été condamnées avant cette date, alors que les personnes dont la procédure en règlement collectif de dettes était clôturée avant le 18 avril 2014 pouvaient, quant à elles, obtenir une remise de ces amendes.

De verwijzende rechter wenst met de eerste prejudiciële vraag te vernemen of artikel 464/1, § 8, vijfde lid, van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 11 februari 2014, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het vertrouwensbeginsel, in zoverre de afwezigheid van een overgangsregeling tot gevolg heeft dat voor personen die op 18 april 2014 nog in een procedure een collectieve schuldenregeling verwikkeld waren, geen totale kwijtschelding meer mogelijk is van de penale boeten wa ...[+++]


Le revenu que perçoivent les catégories de personnes visées dans la question préjudicielle et dont le montant est pris en considération par le juge a quo pour fonder sa comparaison ne constitue donc pas un critère pertinent pour pouvoir comparer utilement ces catégories au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qui concerne le montant des allocations auxquelles elles ont droit.

Aldus is het inkomen dat de in de prejudiciële vraag beoogde categorieën van personen genieten en waarvan het bedrag door de verwijzende rechter in aanmerking wordt genomen om zijn vergelijking te staven, geen relevant kenmerk om hen op nuttige wijze te kunnen vergelijken in het licht van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, wat betreft de hoogte van de uitkeringen waarop zij recht hebben.


Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 24 mai 2016 en cause de l'Ordre des barreaux francophones et germanophone et autres contre l'Etat belge, Service public fédéral Justice, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 2 juin 2016, le Tribunal de première instance de Liège, division Liège, a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 495 du Code judiciaire, dans l'interprétation selon laquelle il ne permet pas à l'Ordre des barreaux francophones et germanophone de former devant les juridictions judiciaires une demande ayant pour objet de défendre les intérêts du justicia ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 24 mei 2016 in zake de « Ordre des barreaux francophones et germanophone » en anderen tegen de Belgische Staat, Federale Overheidsdienst Justitie, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 juni 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 495 van het Gerechtelijk Wetboek, in die interpretatie dat het de ' Ordre des barreaux francophones et germanophone ' niet toelaat voor de gewone rechtscolleges een vordering in te ...[+++]


Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 30 mai 2016 en cause de l'Ordre des architectes contre la SA « DBFM Scholen van Morgen », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 8 juin 2016, la Cour d'appel de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 2 de la loi du 26 juin 1963 créant un Ordre des architectes viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, interprété en ce sens que cette disposition n'habilite pas l'Ordre des architectes à ester en justice contre toute infraction aux lois et règleme ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 30 mei 2016 in zake de Orde van architecten tegen de nv « DBFM Scholen van Morgen », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 juni 2016, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2 van de wet van 26 juni 1963 tot instelling van de Orde van architecten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat deze bepaling niet aan de Orde van architecten de bevoegdheid geeft in rechte op te treden tegen elke ...[+++]


L'article 2 de la Convention de Luxembourg adapte à l'égard des nouveaux États membres la liste des juridictions suprêmes auxquelles l'article 2, a), du premier Protocole interprétatif de 1988 accorde la faculté de demander à la Cour de justice de statuer à titre préjudiciel sur une question soulevée dans une affaire pendante devant elles et portant sur l'interprétation des dispositions de la Convention de Rome, lorsqu'elles estiment qu'une décision sur ce point est nécessaire pour rendre leur ...[+++]

Naar luid van artikel 2 van het Verdrag van Luxemburg wordt ten aanzien van de nieuwe lidstaten de lijst aangepast van de hoogste gerechtshoven waaraan artikel 2, a), van het Eerste Protocol betreffende de uitlegging van 1988 de mogelijkheid toekent aan het Hof van Justitie te vragen bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te doen over een vraag die in een bij deze instantie aanhangige zaak is opgeworpen en die betrekking heeft op de uitlegging van de bepalingen van het Verdrag van Rome, indien deze rechterlijke instanties een beslissing ter zake noodzakelijk achten voor het wijzen van hun beslissingen.


L'article 2 de la Convention de Luxembourg adapte à l'égard des nouveaux États membres la liste des juridictions suprêmes auxquelles l'article 2, a), du premier Protocole interprétatif de 1988 accorde la faculté de demander à la Cour de justice de statuer à titre préjudiciel sur une question soulevée dans une affaire pendante devant elles et portant sur l'interprétation des dispositions de la Convention de Rome, lorsqu'elles estiment qu'une décision sur ce point est nécessaire pour rendre leur ...[+++]

Naar luid van artikel 2 van het Verdrag van Luxemburg wordt ten aanzien van de nieuwe lidstaten de lijst aangepast van de hoogste gerechtshoven waaraan artikel 2, a), van het Eerste Protocol betreffende de uitlegging van 1988 de mogelijkheid toekent aan het Hof van Justitie te vragen bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te doen over een vraag die in een bij deze instantie aanhangige zaak is opgeworpen en die betrekking heeft op de uitlegging van de bepalingen van het Verdrag van Rome, indien deze rechterlijke instanties een beslissing ter zake noodzakelijk achten voor het wijzen van hun beslissingen.


Dans la première question préjudicielle, la Cour est interrogée sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, de l'article 6, § 2, de la loi du 22 mars 2001, en ce qu'il traite de la même manière les bénéficiaires d'une garantie de revenus aux personnes âgées auxquels le fait de partager leur résidence principale avec une ou plusieurs personnes, autres que celles pour lesquelles la même disposition prévoit qu ...[+++]

Met de eerste prejudiciële vraag wordt het Hof ondervraagd over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 6, § 2, van de wet van 22 maart 2001, doordat het de rechthebbenden op een inkomensgarantie voor ouderen voor wie het delen van hun hoofdverblijfplaats met één of meer personen - andere dan die voor wie dezelfde bepaling erin voorziet dat zij niet worden geacht de hoofdverblijfplaats te delen - geen economisch voordeel oplevert, op dezelfde wijze behandelt als de rechthebbenden voor wie het delen van hun hoofdverblijfplaats met een andere persoon wel een economisch voordeel oplevert.


Le Gouvernement de la Communauté française soutient que la question préjudicielle est irrecevable en ce qu'elle ne permet pas à la Cour d'établir la différence de traitement soumise à son contrôle, faute de se référer à une catégorie de personnes auxquelles pourraient être comparées celles auxquelles la disposition en cause est applicable.

De Franse Gemeenschapsregering voert aan dat de prejudiciële vraag onontvankelijk is in zoverre zij het Hof niet in staat stelt het aan zijn toetsing onderworpen verschil in behandeling te bepalen omdat zij niet verwijst naar een categorie van personen waarmee diegenen zouden kunnen worden vergeleken op wie de in het geding zijnde bepaling van toepassing is.


En ce que la question préjudicielle invite la Cour à comparer les personnes auxquelles s'applique l'alinéa 1 de l'article 21ter - qui peut leur permettre d'échapper à toute peine si le délai raisonnable est dépassé - et les personnes auxquelles s'applique l'alinéa 2 du même article - qui prévoit qu'elles peuvent être condamnées « aux restitutions » même lorsque le délai raisonnable est dépassé -, elle dénonce une différence de traitement qui n'est pas discriminatoire.

Voor zover in de prejudiciële vraag het Hof wordt verzocht de personen op wie het eerste lid van artikel 21ter - dat het hen mogelijk maakt aan elke straf te ontsnappen wanneer de redelijke termijn is overschreden - van toepassing is, te vergelijken met de personen op wie het tweede lid van hetzelfde artikel - dat bepaalt dat zij « tot teruggave » kunnen worden veroordeeld, zelfs wanneer de redelijke termijn is overschreden - van toepassing is, wordt in die vraag een verschil in behandeling aangeklaagd dat niet discriminerend is.


w