(b) d’examiner les livres et les enregistrements des personnes visées à l’article 9, paragraphe 1, points a) à g), d’en prendre des copies ou d’en prélever des extraits;
(b) de boeken en bescheiden van de in artikel 9, lid 1, onder a) tot en met g), bedoelde personen te onderzoeken en kopieën of uittreksels van die boeken en bescheiden te maken;