Tout au long des années 1996-97, la reprise économique, dans un contexte caractérisé par le renforcement de la convergence nominale, par des taux d'intérêt et d'inflation exceptionnellement faibles et par la stabilité des taux de change (le mark finlandais entre dans le mécanisme de change du SME en octobre 1996, la lire italienne le réintègre en novembre), permet une amélioration générale de la situation des finances publiques. Cela laisse présager du passage à l'euro d'une majorité des États membres dès 1999.
In de jaren 1996-97 maakt de economische opleving tegen een achtergrond van toenemende nominale convergentie, uiterst lage rentevoeten en inflatiepercentages en stabiele wisselkoersen (de Finse mark treedt tot het wisselkoersmechanisme toe in oktober 1996, de Italiaanse lire treedt opnieuw toe in november) een algemene verbetering van de openbare financiën mogelijk, zodat mag worden voorspeld dat de meeste lidstaten de euro zullen invoeren in 1999.
