1. Le président dresse, chaque année, un état prévisionnel des recettes et des dépenses de l'Office pour l'exercice suivant et le transmet au comité budgétaire, accompagné d'un tableau des effectifs, le 31 mars au plus tard.
1. De voorzitter stelt jaarlijks voor het volgende begrotingsjaar een raming van ontvangsten en uitgaven van het Bureau op en doet deze, alsmede een lijst van het aantal ambten, uiterlijk op 31 maart van ieder jaar aan het Begrotingscomité toekomen.