1. La planification et l’exécution des missions confiées à la BCE sont intégralement assurées par un organe interne composé de son président et de son vice-président, désignés conformément au paragraphe 3, de quatre représentants de la BCE, désignés conformément au paragraphe 5, et d’un représentant de l’autorité compétente nationale de chaque État membre participant (ci-après dénommé le «conseil de surveillance»).
1. De aan de ECB opgedragen taken worden volledig gepland en uitgevoerd door een intern orgaan dat bestaat uit een overeenkomstig lid 3 aangewezen voorzitter en ondervoorzitter, vier overeenkomstig lid 5 aangewezen vertegenwoordigers van de ECB, en één vertegenwoordiger van de nationale bevoegde autoriteit in elke deelnemende lidstaat („raad van toezicht”).