Art. 71. § 1. Pour toute valeur de la puissance active susceptible d'être injectée sur le réseau de transport local comprise entre le minimum technique et la puissance maximale de raccordement, à la tension normale d'exploitation, l'unité de production réglante doit pouvoir respectivement absorber ou fournir, au point de raccordement, une puissance réactive comprise entre a minima, - 0.1 P1 et 0.45 P1.
Art. 71. § 1. Voor elke waarde van het actief vermogen dat op het lokale transmissienet geïnjecteerd kan worden tussen het technisch minimum en het maximaal aansluitingsvermogen bij normale exploitatiespanning, moet de regelende productie-eenheid, in het aansluitingspunt een reactief vermogen respectievelijk kunnen absorberen of leveren tussen minimum -0.1 P1 en 0.45 P1.