Le juge a quo se réfère à une interprétation des articles 3 et 4 de la loi du 17 avril 1878 précitée qui est donnée par la Cour de cassation dans l'arrêt du 21 juin 2000 qui le saisit et
selon laquelle, en tant qu'ils
autorisent le juge pénal à accorder réparation pour un dommage causé par une infraction, ils ne permettent pas à ce juge d'accorder la réparation prévue à l'article 29bis de la loi du 21 nov
embre 1989 précitée puisque cette disposition ne fonde pas l'obligati
...[+++]on de réparer sur une infraction.
De verwijzende rechter refereert aan een interpretatie van de artikelen 3 en 4 van de voormelde wet van 17 april 1878 die het Hof van Cassatie, dat de zaak naar de verwijzende rechter verwijst, heeft gevolgd in het arrest van 21 juni 2000 en volgens welke die artikelen, in zoverre zij toestaan dat de strafrechter schadevergoeding toekent voor door een misdrijf veroorzaakte schade, die rechter niet de mogelijkheid bieden de in artikel 29bis van de voormelde wet van 21 november 1989 bedoelde schadevergoeding toe te kennen, omdat de verplichting tot het herstel van de schade volgens die bepaling niet op een misdrijf is gegrond.