Parmi les membres effectifs et suppléants présentés par le premier président et le procureur général près la Cour de cassation, deux membres au moins doivent appartenir à un parquet ou à un auditorat de première instance, un au moins doit avoir la qualité de membre d'une juridiction d'appel ou de la Cour de cassation, un au moins doit avoir la qualité de membre du siège d'une juridiction de premier degré, un au moins doit avoir la qualité de membre d'un greffe et un au moins doit avoir la qualité de membre d'un secrétariat de parquet.
Van de vaste leden en de plaatsvervangende leden voorgedragen door de eerste voorzitter van en de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, moeten ten minste twee leden deel uitmaken van een parket of van een auditoraat van eerste aanleg, heeft ten minste een lid de hoedanigheid van lid van een gerecht in hoger beroep of van het Hof van Cassatie, ten minste een de hoedanigheid van lid van de zetel van een gerecht van eerste aanleg, ten minste een de hoedanigheid van lid van een griffie en ten minste een de hoedanigheid van lid van een parketsecretariaat.