2° Quiconque, après une condamnation par application de l'article 33, § 1, ou 33, § 2, commet dans les trois années une infraction à l'article 33, § 2, est puni d'un emprisonnement d'un mois à quatre ans et d'une amende de 800 à 10 000 euros, ou d'une de ces peines seulement et d'une déchéance du droit de conduire un véhicule à moteur d'une durée de trois mois au moins et cinq ans au plus ou à titre définitif.
2° Hij die, na een veroordeling met toepassing van artikel 33, § 1, of 33, § 2, binnen de drie jaar artikel 33, § 2, overtreedt wordt gestraft met een gevangenisstraf van een maand tot vier jaar en met een geldboete van 800 tot 10 000 euro, of met een van deze straffen alleen en met het verval van het recht te besturen van een motorvoertuig voor een duur van ten minste drie maanden en ten hoogste vijf jaar of voorgoed.