La vérification d’équivalence devrait se fonder sur des faits; elle devrait apprécier dans quelle mesure le cadre de réglementation et de surveillance du pays tiers en question parvient à des effets de régulation, similaires et adéquats, et dans quelle mesure il répond aux mêmes objectifs que le droit de l’Union.
De gelijkwaardigheidsbeoordeling dient resultaatgericht te zijn; beoordeeld dient te worden in hoeverre het wettelijke en toezichtkader van het betrokken derde land soortgelijke en adequate regelgevingseffecten oplevert en in hoeverre het aan dezelfde doelstellingen beantwoordt als het recht van de Unie.