La question se pose de savoir si les droits fondamentaux ne revêtent pas également une dimension objective, c'est-à-dire une dimension qui obligerait l'État, non seulement à s'abstenir de toute ingérence illégitime dans l'exercice des droits fondamentaux, mais en outre à agir en faveur d'un exercice effectif de ces mêmes droits fondamentaux.
De vraag rijst of de grondrechten ook niet een objectieve dimensie bevatten, dat wil zeggen een dimensie die de Staat ertoe zou verplichten, niet alleen zich te onthouden van elke onrechtmatige immenging in de uitoefening van de grondrechten, maar ook handelend op te treden met het oog op een daadwerkelijke uitoefening van dezelfde grondrechten.