En 1997, cette part était de 5,4 %; en 2001 elle avait atteint 6% (par comparaison, la part du pétrole est de 40%, celle du gaz naturel de 23%, celle de l'énergie nucléaire de 16% et celle des combustibles solides de 15%).
In 1997 bedroeg het aandeel van hernieuwbare energie in de EU15 5,4%; rond 2001 werd 6% genoteerd (ter vergelijking: de aandelen voor olie, aardgas, kernenergie en vaste brandstoffen zijn respectievelijk 40, 23, 16 en 15%).