En effet, la pratique a montré que dans certaines enquêtes importantes et sensibles en matière de terrorisme et de criminalité organisée, le procureur du Roi était souvent confronté à la question de savoir si un indicateur qui collectait déjà « activement » des informations sur un milieu criminel ou un groupe d'auteurs déterminé pouvait être autorisé, sous certaines conditions bien définies, à participer aux actes criminels commis dans ce milieu ou ce groupe d'auteurs.
De praktijk toonde immers aan dat in een aantal belangrijke en hoogdrempelige onderzoeken inzake terrorisme en georganiseerde criminaliteit de procureur des Konings meer dan eens werd geconfronteerd met de vraag of een informant die reeds « op actieve wijze » informatie over een bepaald crimineel milieu of dadergroepering aan het inwinnen was, eveneens kon worden toegelaten onder welbepaalde omstandigheden deel te nemen aan het crimineel handelen binnen dit milieu of deze dadergroepering.