5. En cas de décès d'un membre du poste consulaire, les membres de sa famille vivant à son foyer continuent de jouir des privilèges et immunités dont ils bénéficient, jusqu'à la première des dates suivantes: celle où ils quittent le territoire de l'État de résidence, ou à l'expiration d'un délai raisonnable qui leur aura été accordé à cette fin.
5. In geval van overlijden van een lid van de consulaire post, blijven de inwonende gezinsleden de hun verleende voorrechten en immuniteiten genieten tot wanneer ze het grondgebied van de verblijfstaat verlaten of tot het verstrijken van een redelijke termijn die hun voor dit doel is toegestaan.