6. condamne avec force les peines de mort et les exécutions
en Iran, notamment celles de Mohammed Reza Alizamani et Arash Rahmanipour, et demande l'abolition de la peine capitale; attend des autorités
iraniennes qu'elles cessent d'accuser de "moharebeh" (ennemi de Dieu), délit passible de la peine de mort, les personnes qui manifestent pacifiquement pour demander plus de droits démocratiques; demande à l'Iran d'appliquer immédiatement le moratoire des Nations unies sur la peine de mort, comm
...[+++]e le demandent les résolutions 62/149 et 63/168 de l'Assemblée générale des Nations unies;
6. veroordeelt krachtig de doodstraffen en executies in Iran, met name in het geval van Mohammed Reza Alizamani en Arash Rahmanipour en dringt aan op afschaffing van de doodstraf; doet een beroep op de Iraanse autoriteiten om betogers die vreedzaam voor meer democratische rechten demonstreren niet langer "Moharabeh" (vijandschap tegen God) ten laste te leggen, waarop op grond van het Iraanse strafrecht de doodstraf rust, dringt bij Iran aan op onmiddellijke uitvoering van het VN-moratorium op de doodstraf, waarom wordt verzocht in de resoluties 62/149 en 63/168 van de Algemene Vergadering van de VN;