247. souligne que l'aide financière de l'Union devrait créer une valeur ajoutée européenne; demande donc de comparer la valeur ajoutée européenne des mesures du FEM à la valeur ajoutée européenne des mesures du FSE dans leurs aspects quantitatifs et qualitatifs dans la procédure annuelle de décharge afin de garantir les mesures politiques les plus efficaces possib
le ou de donner les raisons de ne pas inclure ces chiffres; partage l'avis de la Cour des comptes selon lequel une période de 41 semaines entre le dépôt d'une demande d'aide du FEM et
les versements est beaucoup trop ...[+++] élevée et qu'une telle durée décourage les pays demandeurs qui ont besoin de la solidarité européenne; prend
acte toutefois des informations fournies par la Commission dans ses réponses; rappelle en outre à toutes les parties concernées la décision des autorités budgétaires de l'Union de ne pas intégrer le FEM dans le cadre financier pluriannuel, ce qui signifie que toutes les demandes doivent faire l'objet d'une procédure budgétaire spécifique et, malgré les explications ci-dessus, appelle toutes les parties concernées à adopter les demandes électroniques et à limiter les informations complémentaires après la demande initiale à des cas exceptionnels, et en tout cas au plus tard trois mois après la demande initiale;
247. onderstreept dat financiële bijstand van de Unie Europese meerwaarde moet creëren; dringt er in dit verband op aan om in het kader van de jaarlijkse kwijtingsprocedure te kijken naar de Europese meerwaarde van de EFG-maatregelen in vergelijking met de Europese meerwaarde van de ESF-maatregelen, zowel wat de kwantitatieve als de kwalitatieve aspecten betreft, teneinde de doeltreffendste beleidsmet
ingen te waarborgen of om te motiveren waarom deze cijfers niet worden meegewogen; deelt de mening van de Rekenkamer dat een periode van 41 weken tussen de indiening van een aanvraag voor EFG-steun en de betalingen onaanvaardbaar lang is e
...[+++]n dat een dergelijk lange duur een ontmoedigende werking heeft voor aanvragende landen die in nood verkeren en de solidariteit van de Unie nodig hebben; neemt evenwel nota van de door de Commissie in haar antwoorden verstrekte informatie; herinnert alle betrokken partijen aan het besluit van de begrotingsautoriteiten van de Unie om het EFG niet in het meerjarig financieel kader (MFK) op te nemen, hetgeen betekent dat voor elke aanvrager een aparte begrotingsprocedure moet worden gevolgd; roept alle betrokken partijen niettegenstaande voorgaande uitleg op over te stappen op e-aanvragen en het indienen van aanvullende informatie na de oorspronkelijke aanvraag tot uitzonderlijke gevallen te beperken, en in elk geval tot uiterlijk drie maanden na indiening van de oorspronkelijke aanvraag;