1. Préalablement à la première réunion de la Commission de contrôle concernant l'examen des dépenses électorales des partis politiques et des candidats individuels, le 9 septembre 2003, le greffier de la Chambre des représentants a, conformément à l'article 1.1 du règlement d'ordre intérieur de la Commission de contrôle, rappelé aux treize présidents des bureaux électoraux principaux, par lettre du 4 juillet 2003, les obligations prévues à l'article 94ter du Code électoral en ce qui concerne les rapports relatifs aux dépenses engagées par les partis politiques et les candidats à des fins de propagande électorale.
1. Voorafgaand aan de eerste vergadering van de Controlecommissie met betrekking tot het onderzoek van de verkiezingsuitgaven van de politieke partijen en de individuele kandidaten, op 9 september 2003, heeft de griffier van de Kamer van volksvertegenwoordigers krachtens artikel 1.1 van het huishoudelijk reglement van de Controlecommissie de 13 voorzitters van de verkiezingshoofdbureaus bij brief van 4 juli 2003 gewezen op de in artikel 94ter van het Kieswetboek bepaalde verplichtingen met betrekking tot de verslagen over de uitgaven die de politieke partijen en de kandidaten voor verkiezingspropaganda hebben gedaan.