Enfin, la juridiction a quo se réfère à la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme, et notamment à l'arrêt Dhahbi c. Italie, dans lequel la Cour européenne rappelle que seules des considérations très fortes peuvent l'amener à estimer compatible avec la Convention une différence de traitement exclusivement fondée sur la nationalité et conclut en l'espèce que cette différence n'est pas proportionnée à l'objectif de protection des intérêts budgétaires poursuivi par l'Etat italien (CEDH, 8 avril 2014, Dhahbi c. Italie).
Ten slotte refereert het verwijzende rechtscollege aan de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, en met name aan het arrest Dhahbi t. Italië, waarin het Europees Hof in herinnering brengt dat enkel zeer sterke overwegingen het ertoe kunnen brengen een verschil in behandeling dat uitsluitend op de nationaliteit berust, verenigbaar te achten met het Verdrag en te dezen besluit dat dat verschil niet evenredig is met het door de Italiaanse Staat nagestreefde doel van bescherming van de budgettaire belangen (EHRM, 8 april 2014, Dhahbi t. Italië).