Le gouvernement a souhaité rappeler ce principe dans l'exposé des motifs, lequel précise: « En adaptant l'article 29, § 3, alinéa 2, de la loi du 5 août 2003 aux observations émises par la Cour d'arbitrage dans son arrêt nº 68/2005, le présent projet de loi entend refléter la primauté de l'obligation internationale préexistante découlant de la Convention de Genève du 28 juillet 1951 relative au statut des réfugiés et son Protocole additionnel dans la loi » (do c. Chambre 51-2305/01, p. 7).
De regering heeft dat beginsel in herinnering willen brengen in de memorie van toelichting, waarin staat : « Door artikel 29, § 3, tweede lid, van de wet van 5 augustus 2003 aan te passen in overeenstemming met de opmerkingen van het Arbitragehof in arrest nr. 68/2005, strekt dit ontwerp van wet ertoe de voorrang van de reeds bestaande internationale verplichting die voortvloeit uit het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen en het Aanvullend Protocol weer te geven in de wet» (stuk Kamer 51-2305/01, blz. 7).