§ 1. Les membres du personnel enseignant de l'enseignement de promotion sociale nommés ou engagés à titre définitif, agréés, là où l'agréation existe, dans une fonction pour laquelle la totalité ou une partie des périodes de cours ont été reclassées dans une autre fonction par modification du niveau d'enseignement et/ou du type de cours suite à l'application des articles 136 et 137 du décret du 16 avril 1991 organisant l'enseignement de promotion sociale conservent, à dater du reclassement considéré, le bénéfice d'une nomination ou d'un engagement à titre définitif pour l'exercice de cette autre fonction.
§ 1. De leden van het onderwijzend personeel van het onderwijs voor sociale promotie die benoemd of in vaste dienst zijn of erkend worden, daar waar de erkenning bestaat, in een ambt waarvoor het geheel of een gedeelte van de lestijden herplaatst worden in een ander ambt bij wijziging van het onderwijsniveau en/of van het type lessen naar aanleiding van de toepassing van de artikelen 136 en 137 van het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, behouden, te rekenen vanaf de betrokken herplaatsing, een benoeming of een aanwerving in vaste dienst voor de uitoefening van dit ander ambt.